Er komt een tijd in het leven van iedere jonge jongen dat hij zijn eerste fiets mag uitkiezen. Dit is een speciaal moment. Het betekent dat je bereikbaarheid exponentieel toeneemt. Voor dit moment kon je slechts lopen met je vrienden naar plekken in je wijk. Je ontdekkingsreizen beperkte zich tot je fysieke capabiliteiten. Mijn jeugd bestond dan ook uit het onderzoeken van mijn directe omgeving en vaak stopte ik en mijn vrienden als we tegen een sloot aanliepen. Het aanzicht van een fietsbrug was als een alarm in ons hoofd. We wisten dat we van onze ouders niet verder mochten. Straks wisten we de weg naar onze huizen niet meer terug te vinden! Dit alles veranderde toen ik met mijn vader op zesjarige leeftijd mijn eerste fietsje ging ophalen in een fietsenwinkel in de stad. Het was een zwarte Amigo BMX jongens fiets met terugtraprem en de schattigste bagagedrager. Ik had zelf al het een en ander onderzocht over fietsen en zelfs echte professionals kunsten zien vertonen op BMX fietsen in het nabijgelegen skatepark. Ik was vastbesloten om net zoals zij te worden.
Leren fietsen
Ik kreeg de fiets aan het begin van de zomervakantie. Het zou nog zeker zes weken duren voordat ik mijn schoolvrienden jaloers kon maken met mijn nieuwe bezit. In mijn gedachten vielen hun kaken op de grond bij de aanblik van mijn nieuwe fiets. Maar voordat dit werkelijkheid kon worden moest ik eerst een cruciale stap uitvoeren: leren fietsen. Mijn vader had me aangeboden om elke dag een uurtje door te brengen op mijn nieuwe BMX. Samen zouden we mijn buurt gaan verkennen zodat hij me met alle vertrouwen los kon laten op een bepaalde dag. Zodat ik eindelijk met mijn vrienden de buurten die na de fietsbruggen lagen konden verkennen. Ik kon niet wachten. Tenminste dat dacht ik.
Kijk papa, zonder handen!
Toen puntje bij paaltje kwam bleek fietsen een stuk lastiger dan ik had gedacht. De jongens op de skatebaan lieten het er een stuk makkelijker uitzien dan het in werkelijkheid was. Zelfs met zijwieltjes duurde het mij twee weken voordat ik genoeg zelfvertrouwen had ontwikkeld om harder dan twee kilometer per uur te gaan. Toen ik het naambordje van mijn straat passeerde kwam er een onbekend gevoel over mij heen. Ik had het gedaan! Ik was niet langer gelimiteerd tot mijn eigen straat. En het had me een stuk minder tijd gekost dan ik had gedacht om het einde ervan te bereiken. De rest van de zomervakantie vloog om en elke week leerde ik sneller en stabieler te fietsen. De zijwieltjes konden een week voordat school weer zou beginnen eraf. Op die maandagmorgen bedankte ik mijn vader en racete ik met een ongekende snelheid naar het schoolplein. Ik kon niet wachten om mijn vrienden te zien.